Skip to main content

Controle-instrumenten gemeenteraad

Categorie: Opvolging / Nazorg / Doorwerking

Rekenkameronderzoek is één onderdeel van meerdere controle-instrumenten waar de raad gebruik van kan maken. De rekenkamer(commissie) mag als enige het gevoerde bestuur door college en raad onderzoeken. Dat is relevant voor de uiteindelijke positiebepaling van de rekenkamer. Enkele belangrijke andere controle-instrumenten voor de raad zijn:

  • De raad stelt bij verordening regels voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 Gemeentewet). De raad wijst ook op grond van dit artikel in de gemeentewet accountants aan die belast worden met de controle op de jaarrekening en daarover een verslag (inclusief rechtmatigheidoordeel) moeten uitbrengen.
  • Het college verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur (artikel 213a Gemeentewet. De raad stelt bij verordening regels hierover. Het college is op grond van hetzelfde artikel verplicht de rekenkamer(commissie) op de hoogte te stellen van deze onderzoeken en ook verplicht een afschrift van de resultaten aan de raad en aan de rekenkamer(commissie) te sturen.
  • Daarnaast heeft de raad op grond van artikel 155a-f de mogelijkheid een onderzoek in te stellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde beleid (recht van enquête). Dat onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoekscommissie bestaande uit raadsleden. Deze vorm van raadsonderzoek is te vergelijken met een parlementaire enquête. Getuigen kunnen zelfs onder ede gehoord worden. Alleen raadsleden kunnen deel uit maken van de commissie.
  • De raad kan ook onderzoeken instellen, die niet onder het recht van enquête vallen. Bij dergelijke onderzoeken kunnen betrokkenen niet verplicht worden zich te onderwerpen aan het onderzoek. Ook kunnen getuigen niet onder ede gehoord worden. Ook anderen dan raadsleden kunnen deel uit maken van de onderzoekscommissie.
  • Uitvoering van evaluaties van uitgevoerd beleid.
  • Schriftelijke (op grond van het reglement van orde van de raad) en mondelinge vragen van de raadsleden.
  • Raadsleden kunnen interpelleren. Interpellatie is zwaardere vorm van mondeling vragen stellen. Voor het voeren van een interpellatie moeten raadsleden aan de raad verlof vragen. In het reglement van orde van de raad worden nadere regels hierover vastgesteld.