Skip to main content

Auteur: Rekenkamer Aalten, Oostgelre, Winterswijk (AOGW)

Zorg voor groen – onderzoek naar groene buitenruimte

Groene buitenruimte heeft grote waarde voor bewoners van Rotterdam en is ook een belangrijk wapen tegen de gevolgen van klimaatverandering. De gemeente zou gerichtere plannen moeten maken voor het inzetten van groen voor klimaatadaptatie, concludeert de rekenkamer in “Zorg voor Groen”.

De inrichting van de groene buitenruimte speelt een belangrijke rol bij klimaatadaptatie. De rekenkamer constateert dat de gemeentelijke aandacht hiervoor is toegenomen, maar dat de uitwerking hiervan nog te wensen overlaat. De gemeente wil in 2050 klimaatbestendig zijn ingericht, maar moet de plannen daarvoor volgens de rekenkamer nog beter uitwerken.

Ook is er geen structureel, eigen budget voor klimaatadaptatie; er moet steeds worden meegelift op andere projecten in de buitenruimte, waardoor aanpassingen niet altijd plaatsvinden waar deze het meest opleveren. De rekenkamer raadt daarom aan om locaties aan te pakken waar klimaatadaptatie het meest urgent is. Bij de aanleg van de groene buitenruimte wordt volgens de rekenkamer meer rekening gehouden met extreme neerslag dan het bestrijden van hittestress.

Rekenkamerbrief afvalinzamelingsbeleid/Area Reiniging NV

In de afgelopen twee jaar hebben de rekenkamercommissies van Coevorden, Emmen en Hoogeveen afzonderlijk onderzoek gedaan naar AREA Reiniging NV en/of het afvalinzamelingsbeleid.

De drie rekenkamercommissies constateerden in een rekenkamerbrief aan de raden dat de conclusies en aanbevelingen van deze onderzoeken opvallende overeenkomsten vertonen. Ook de aanbevelingen laten enkele overeenkomsten zien.

In alle drie rapporten wordt geconcludeerd dat het samenspel tussen de drie gemeenten (verdere) verbetering behoeft. Omdat de aanbevelingen opvallend veel overeenkomsten vertonen zijn de samenwerkende rekenkamercommissies van mening dat het verstandig is om de aanbevelingen dan ook zoveel mogelijk gezamenlijk uit te voeren. Dit kan dan een vliegwieleffect hebben op het samenspel tussen de drie gemeenten en dat van de gemeenten met AREA. Ook de betrokkenheid van de gemeenteraden hierbij zal vergroot moeten worden. Dit moet ertoe leiden dat in elk van de drie gemeenten de beleids(VANG)-doelstellingen tegen op den duur lagere kosten gerealiseerd worden.

Wonen in beweging – onderzoek naar woonbeleid Lansingerland

In het rapport ‘bouwen in beweging’ onderzocht de Rekenkamer Lansingerland hoe en in welke mate het woonbeleid van Lansingerland van invloed is geweest op de aansluiting tussen vraag en aanbod op de woningmarkt in de gemeente. Vraag en aanbod verwijzen naar de inkomenscategorieën van de Lansingerlandse huishoudens en de daarbij passende woningwaarden of huurprijzen van de lokale woningvoorraad. De rekenkamer gebruikte zogeheten CBS-microdata om te zien hoe inkomens en woningwaarden zich vanaf 2015 ontwikkelden en in welke mate dit bij elkaar aansluit. Ook onderzocht de rekenkamer hoe de gemeente met haar eigen beleidsinstrumenten en haar samenwerking met onder andere bouwers, investeerders en corporaties uitvoering geeft aan het woonbeleid. De rekenkamer keek zowel naar de uitvoeringsperiode van de gemeentelijke woonvisie 2015-2020 – dat wil zeggen van 2015 tot halverwege 2021 – als naar het eerste half jaar dat de nieuwe woonvisie van 2021-2025 van kracht was. Deze werd in de zomer van 2021 vastgesteld.

Kennis maakt kracht

De doorstroming in Provinciale Staten is groot en daardoor gaan veel kennis en ervaring verloren. Direct na Statenverkiezingen is ruim de helft van de Statenleden nieuw en gedurende de Statenperiode treedt nog een aantal Statenleden terug. Tegelijkertijd moeten Statenleden van steeds meer markten thuis zijn: het gemiddelde aantal leden per fractie neemt af, waardoor een steeds kleinere groep Statenleden het fractiewerk moet uitvoeren. Hierdoor groeit het belang en de noodzaak van goede ondersteuning. Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe Provinciale Staten inhoudelijk worden ondersteund bij hun werkzaamheden en hoe die ondersteuning bijdraagt aan het onderhouden/vergroten van het leervermogen. Wij analyseerden daartoe de ondersteuning door informatievoorziening door Gedeputeerde Staten, ambtelijke bijstand, griffie, fractieondersteuning en archieffunctie.
Bij de behandeling van Statenstukken lopen Statenleden tegen drie belangrijke zaken aan. Ten eerste hebben zij een sterke behoefte aan informatie waaruit blijkt in hoeverre beleid werkt, maar voorzien Gedeputeerde Staten en ambtelijke dienst hen hier onvoldoende van. Ten tweede hebben ze moeite om een helder overzicht te krijgen van eerdere relevante besluitvorming over hetzelfde onderwerp en de
afwegingen die toen een rol speelden. Het creëren van het gewenste heldere overzicht wordt bemoeilijkt, doordat de vindbaarheid van stukken in het Statenarchief te wensen overlaat.

Bouwen in balans, onderzoek naar woonbeleid Barendrecht

De rekenkamer onderzocht hoe en in welke mate het woonbeleid van de gemeente Barendrecht heeft geleid tot een betere aansluiting tussen vraag en aanbod op de lokale woningmarkt. De rekenkamer concludeert dat de aansluiting tussen vraag en aanbod in de periode 2015-2020 verslechterde: het aandeel ‘dure’ woningen binnen de gehele woningvoorraad steeg, terwijl het aandeel huishoudens met een ‘hoog’ inkomen juist daalde. Met een kleine 600 opgeleverde woningen werd er daarnaast minder gebouwd dan de ongeveer 900 woningen die in de woonvisie werden beoogd.

De samenstelling van de woningvoorraad ontwikkelde zich in lijn met de doelstellingen uit de woonvisie. Daarin streefde de gemeente namelijk naar het behoud van de bestaande verhouding tussen prijssegmenten, wat inhield dat zij vooral inzette op nieuwbouw in het dure segment. Niet in lijn met de woonvisie was het percentage gerealiseerde sociale huurwoningen. Dat bleef met 17% van de totale nieuwbouwproductie in de periode 2015-2020 onder de doelstelling van 25% uit de woonvisie.

Gedurende de looptijd van de woonvisie bleek dit streven naar het behoud van de prijssamenstelling van de woningvoorraad echter te schuren met afspraken die op regionaal niveau werden gemaakt. Ook ontstonden er bredere zorgen over betaalbaarheid van woningen voor de middeninkomens: in de gemeenteraad, maar ook op landelijk niveau. Als gevolg hiervan is de gemeente actiever gaan inzetten op vooral het sociale segment.

Wet openbaarheid van bestuur (Wob) – DoeMee

De NVRR heeft in 2021 een DoeMee-onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de Wob bij decentrale overheden. De rkc Zoetermeer heeft door mee te doen op een laagdrempelige manier inzicht kunnen krijgen in de wijze waarop de gemeente Zoetermeer verzoeken in het kader van de Wob behandelt.

De rkc heeft in een rekenkamerbrief de volgende conclusies genoteerd:
1. Zoetermeer heeft een duidelijk en transparant beleid voor passieve openbaarmaking. Er wordt echter nooit openbaar over besluiten op Wob-verzoeken gerapporteerd.
2. Het bijhouden van informatie over de behandeling (inwilliging dan wel afwijzing; gerealiseerde beslistermijnen) van Wob-verzoeken ontbreekt. Dat staat ook een goede informatievoorziening naar bijv. de raad in de weg.
3. De handleiding kan op onderdelen als trainerend worden opgevat.
4. Het verplichte gebruik van DigiD bij digitale indiening van een Wob-verzoek kan een onnodige drempel opwerpen.
5. Wob-verzoeken om milieu-informatie kennen kortere beslistermijnen en minder weigeringsgronden. Het lijkt er op dat daar onvoldoende aandacht voor is bij de behandeling van Wob-verzoeken.
6. De nieuwe Wet open overheid heeft vooral gevolgen voor de actieve openbaarmaking. Zoetermeer heeft nu geen beleid ten aanzien van actieve openbaarmaking. Zoetermeer is begin 2022 overgegaan op een nieuw systeem om zaakgericht te werken. Onduidelijk is of dit systeem afdoende is voor de eisen van de Woo.

Ook heeft de rkc een aantal praktische aanbevelingen gedaan.

Wet banenafspraak en SROI

De rkc heeft een onderzoek uitgevoerd naar de Wet banenafspraak en Social Return on Investment (SROI). De Wet banenafspraak betreft een afspraak tussen kabinet en sociale partners om extra banen te creëren voor arbeidsbeperkten. SROI valt onder Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI): inkoop met een maximale duurzame waarde, waarbij naast de prijs ook de impact op mens en milieu wordt meegenomen in het inkoopproces.

Doel van het onderzoek is om de raad inzicht te geven in de mate waarin deze instrumenten in Zoetermeer gerealiseerd worden. De gemeente vervult nl drie rollen:
1. via het Werkgeversservicepunt Zuid-Holland Centraal (WSP ZHC) advies en begeleiding bieden aan werkgevers om onder andere invulling te kunnen geven aan de Wet banenafspraak;
2. zelf als werkgever en als gemeente voldoen aan deze wet;
3. als opdrachtgever/aanbesteder SROI inzetten om banen te creëren.

Uit het onderzoek blijkt dat de banenafspraak en SROI vooral op regionaal niveau worden ingevuld. Er zijn duidelijke doelen voor de banenafspraak en voor SROI wordt gebruik gemaakt van een goed werkbare methode. Lokale doelen voor de banenafspraak ontbreken echter en de monitoring van SROI kan beter. Als werkgever kan Zoetermeer nog een stap zetten in haar verplichting om banen te realiseren. Tot slot zijn er geen duidelijke afspraken over de betrokkenheid van de raad bij de banenafspraak en SROI.

Onderwijshuisvesting

De rkc heeft onderzoek gedaan naar onderwijshuisvesting. Vanuit de raad kwamen nl signalen dat er onvoldoende grip wordt ervaren op dit thema: zorgen om kapitaalvernietiging door leegstaande schoolgebouwen en een faillissement van een schoolbestuur zijn kwesties waar de raad rechtstreeks in wordt benaderd. De huisvesting wordt niet voldoende flexibel geacht, er zijn vragen over hoe een duurzaam huisvestingsbeleid te voeren en hoe doelmatig de rolverdeling tussen gemeente en schoolbesturen is. Onderwijshuisvesting is overigens niet alleen belangrijk voor scholen zelf, maar speelt ook een rol in de woonaantrekkelijkheid en sociaal-economische positie van een wijk.

In dit onderzoek is gekeken naar instrumenten voor sturing en beheersing en de bijbehorende rolverdeling; de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze instrumenten; de samenwerking tussen gemeente en schoolbesturen en tot slot naar de informatievoorziening aan en de sturing door de raad. De rkc constateert op al deze onderdelen een overwegend positief beeld.

Vanuit de volksvertegenwoordigende rol van de raad is het begrijpelijk dat inwoners zich bij zorgen wenden tot de raad, in de hoop dat de raad iets voor hen kan betekenen. Hoewel er dus incidenteel signalen en zorgen rondom onderwijshuisvesting waren, komt uit het onderzoek niet naar voren dat er structureel sprake is van een problematische situatie. Bij incidenten zoeken raad en gemeente – terecht – naar passende oplossingen binnen de bestaande kaders.

Openbaar maken van overheidsinformatie in Zaanstad

In het onderzoek Openbaar maken van overheidsinformatie in Zaanstad onderzochten wij hoe het college informatie op eigen initiatief openbaar maakt en hoe het Wob-verzoeken afhandelt. We maakten daarbij gebruik van het landelijke benchmarkonderzoek dat door Pro Facto is uitgevoerd.

Organisatorische randvoorwaarden
Op basis van de benchmark is onze indruk dat de organisatorische randvoorwaarden, waaronder de procedures, taakverdeling en centrale registratie, op orde zijn.

Aandachtspunten
Beleid over het openbaar maken van overheidsinformatie ontbreekt. Daarmee zijn er ook geen (college)doelstellingen en kenbare ambities over bijvoorbeeld de wenselijke beslistermijnen of de beoogde klanttevredenheid, bij het afdoen van verzoeken. De informatievoorziening op de website en informatievoorziening aan raadsleden en burgers kan worden verbeterd.

Vier adviezen
Het college geeft aan al onze vier adviezen mee te nemen bij het implementeren van de Wet open overheid (Woo) en zegt toe een plan van aanpak te zullen opstellen.