Skip to main content

Auteur: Rekenkamer Rotterdam

Targets tellen

Naar goede Rotterdamse gewoonte heeft het nieuwe college van burgemeester en wethouders haar politieke ambities vertaald naar vijftien collegetargets. De Rekenkamer Rotterdam heeft onderzocht in hoeverre deze doelstellingen bruikbaar zijn om jaarlijks verantwoording over af te leggen aan de gemeenteraad. Zeven van de vijftien targets moeten worden aangepast, concludeert de rekenkamer in haar rapport ‘Targets tellen’.

Bijdragen aan de regionale economie, onderzoek naar economisch programma MRDH

In het samenwerkingsverband Metropoolregio Rotterdam Den Haag werken 23 gemeenten samen aan de bevordering van het economisch vestigingsklimaat. De rekenkamer heeft vastgesteld dat de activiteiten van de MRDH voor de bevordering van het economisch vestigingsklimaat passen bij de rol die overheden hebben in succesvolle economische regio’s. Ook kan worden geconcludeerd dat de samenwerking tussen gemeenten heeft geleid tot meer samenhang in beleid en bestuur en vergroting van de kennisuitwisseling. Hiermee is vooruitgang geboekt op knelpunten die de aanleiding vormden voor de oprichting van de MRDH: versnippering in beleid en onderlinge spanningen tussen overheden in de regio.
De MRDH heeft een uitvoerende functie gericht op het financieren van activiteiten en projecten in de regio. Dit gebeurt met name via de bijdrageregeling. In 2021 was hiervoor een budget van € 2,7 mln. beschikbaar. De rekenkamer constateert dat de werkwijze omslachtig is, sprake is van structurele onderbesteding en dat niet alle projecten een duidelijke relatie hebben met opgestelde visies en programma’s. Verder is weinig bekend over wat de gefinancierde projecten tot nu toe hebben opgeleverd.
De belangrijkste aanbeveling van de rekenkamer is de uitvoerende functie van de MRDH te heroverwegen. Daarnaast beveelt de rekenkamer aan om minder doelstellingen te kiezen en duidelijker te zijn over de beoogde resultaten, zodat de MRDH een scherper profiel krijgt en raadsleden beter zicht krijgen op de voortgang.

Bijdragen aan de regionale economie

In de regio Rotterdam-Den Haag werken 23 gemeenten sinds 2014 in de GR Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) samen aan de bevordering van het economisch vestigingsklimaat. De rekenkamer heeft vastgesteld dat de activiteiten van de MRDH op dit thema passen bij de rol die overheden hebben in succesvolle economische regio’s. Ook wordt geconcludeerd dat de samenwerking tussen gemeenten heeft geleid tot meer samenhang in beleid en bestuur en vergroting van de kennisuitwisseling.

De MRDH is een gemeenschappelijke regeling, wat betekent dat de uitvoering op afstand staat van de raden. De rekenkamer concludeert dat de adviescommissie, een belangrijk middel om raadsleden te betrekken bij het economisch programma, niet goed aansluit bij de rol van raadsleden.

De MRDH heeft een uitvoerende functie gericht op het financieren van activiteiten en projecten in de regio. Dit gebeurt met name via de bijdrageregeling. In 2021 was hiervoor een budget van € 2,7 mln. beschikbaar. De rekenkamer constateert dat de werkwijze omslachtig is, sprake is van structurele onderbesteding en dat niet alle projecten een duidelijke relatie hebben met opgestelde visies en programma’s. De belangrijkste aanbeveling van de rekenkamer is de uitvoerende functie te heroverwegen. Daarnaast beveelt de rekenkamer aan om minder doelstellingen te kiezen en duidelijker te zijn over de beoogde resultaten, zodat de MRDH een scherper profiel krijgt en raadsleden beter zicht krijgen op de voortgang.

Meer waarde voor jongeren – onderzoek naar effecten van jongerenwerk

Het door de gemeente gefinancierde jongerenwerk bereikt een aanzienlijk deel van de Rotterdamse jongeren. De activiteiten dragen aantoonbaar bij aan het welzijn van jongeren, bijvoorbeeld aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling en hun mentale weerbaarheid. Wel ondervindt het jongerenwerk problemen in de samenwerking met gemeentelijke instanties. Hierdoor laat de gemeente kansen onbenut om jongeren met problemen passende hulp te bieden. Dit concludeert de Rekenkamer Rotterdam in het rapport ‘Meer waarde voor jongeren’ naar de effecten van het jongerenwerk.

Op basis van het onderzoek schat de rekenkamer dat het jongerenwerk zo’n 22.000 à 25.000 jongeren per jaar bereikt. Het jongerenwerk bereikt dus een substantieel deel van de doelgroep. Een belangrijke verklaring voor dit aanzienlijke bereik is dat het jongerenwerk over specifieke kwaliteiten beschikt. Het is laagdrempelig en het sluit aan bij de leefwereld van jongeren. Daardoor bereikt het jongerenwerk ook jongeren die door andere organisaties, zoals gemeentelijke instanties, niet gemakkelijk worden bereikt.

De rekenkamer beveelt de gemeente onder meer aan om procedurele barrières die hulpverlening aan jongeren beperken weg te nemen, opdat jongerenwerkers en gemeentelijke instanties (zoals het wijkteam, het Jongerenloket of het Expertise Team Financiën) elkaar gemakkelijk kunnen vinden en ruimte krijgen om jongeren beter te helpen.

Thuis in cijfers – onderzoek naar woonbeleid gemeente Rotterdam

Betere cijfers nodig voor Rotterdams woonbeleid

Sinds 2015 is de Woonvisie Rotterdam de leidraad voor het Rotterdamse woonbeleid. Daarin geeft de gemeente voor de periode tot 2030 onder andere aan hoeveel huizen er in elke prijsklasse zouden moeten zijn en welke afspraken zij wil maken met woningcorporaties, andere verhuurders en bouwers. Vandaag publiceert de Rekenkamer Rotterdam het rapport “Thuis in cijfers” over de Rotterdamse woonvisie. Een belangrijke conclusie is dat de gemeente haar beleid onderbouwde met wankele cijfers.

Tijd voor targets

De rekenkamer heeft in haar rapport ‘Tijd voor targets’ de behaalde resultaten en de toelichting daarop beoordeeld, zoals die zijn opgenomen in de bestuurlijke eindverantwoording 2018-2022 van het college. De collegetargets zijn een belangrijk instrument van de raad om het collegebeleid in samenhang te controleren. Daarnaast heeft de rekenkamer lessen getrokken uit een reflectie over twintig jaar werken met collegetargets.

beoordeling eindverantwoording 2018-2022
Voor de periode 2018-2022 heeft het college vijftien targets geformuleerd. De rekenkamer stelt vast dat zeven targets (47%) voor meer dan 80% zijn behaald. Vijf targets zijn niet gehaald (33%).
De rekenkamer constateert dat het college bij de targets meestal voldoende uitlegt waarom ze wel of niet zijn gehaald en wat het college heeft gedaan om het beoogde doel te halen. Deze toelichting is belangrijk voor de raad om het debat te voeren met het college over het behalen van de politieke doelen.

lessen uit 20 jaar collegetargets
Na twintig jaar collegetargets is een van de lessen dat onafhankelijke controle van de realisatie van collegetargets noodzakelijk is. Een andere les gaat over het feit dat de raad meer aandacht en tijd zou moeten hebben voor het politieke debat over de collegetargets. De raadsbehandeling van de targets vond de afgelopen jaren vaak versnipperd plaats. Dit ondanks het feit dat de raad in de afgelopen twintig jaar een nuttig instrument in handen had om het college te controleren.

Niet thuis geven – onderzoek opvang daklozen

Hoewel het college sinds 2017 bezig is met een verbetering van de opvang voor daklozen, laat de hulpverlening tot op heden nog te wensen over. Zo geeft de gemeente nog te weinig gehoor aan haar wettelijke taak om eerste opvang te bieden aan alle Nederlandse daklozen en duurt het vaak een half jaar voordat daklozen kunnen doorstromen naar een kamer of woning. De helft van de daklozen haakt voor die tijd af. Dit en meer concludeert de Rekenkamer Rotterdam in haar rapport ‘Niet thuis geven’.

Werk aan de winkel – onderzoek naar het Rotterdamse jeugdwerkloosheidsbeleid

De gemeente begeleidt slechts één op de tien Rotterdamse werkloze jongeren succesvol naar werk of school. Dat maar relatief weinig jongeren geholpen worden, komt onder meer doordat sommige werkloze jongeren het gemeentelijke Jongerenloket niet kennen, en anderen er niet heen gaan. Zij denken dat je er niet goed geholpen wordt. En veel jongeren die wél naar het Jongerenloket gaan, haken na een tijdje af. Zij zijn niet tevreden over de dienstverlening van de gemeente of vinden de opgelegde taken te moeilijk.

In de eerste vier weken, waarin jongeren van de wet zelfstandig naar werk of school moeten zoeken, haakt al een derde van de jongeren af. Jongeren die wel bij de gemeente in begeleiding komen, krijgen vaak training bij door de gemeente betaalde externe re-integratie-trajecten. Over die trainingen zijn jongeren vaak wel tevreden, zo blijkt uit ons onderzoek.

Burgers op de bres –

In Rotterdam zetten relatief veel burgers een initiatief op om zelf de stad te verbeteren. De gemeente geeft hen daarbij vaak financiële en praktische ondersteuning. Deze steun is echter bijna altijd kleiner dan de initiatieven nodig hebben om hun plan helemaal uit te voeren. Ook lopen initiatieven tegen belemmeringen in de ondersteuning aan. De gemeente werkt vooral actief mee als de plannen precies overeenkomen met plannen of taken die de gemeente zelf (al) had. Ze kijkt bovendien nauwelijks naar wat de initiatieven voor de stad opleveren. Dit en meer blijkt uit onderzoek van de rekenkamer.

Hulp buiten bereik, effectiviteit van het schulddienstverleningsbeleid

Meer dan 50.000 Rotterdamse huishoudens kampen met schuldproblemen, dat zijn meer dan 100.000 inwoners. 27.000 Rotterdammers zitten zelfs zo diep in de schulden, dat zij die niet meer kunnen aflossen. Dit is de groep met problematische schulden. De gemeente is er in de periode 2012-2015 niet in geslaagd om het aantal inwoners met problematische schulden omlaag te brengen. Dit concludeert de Rekenkamer Rotterdam in haar rapport ‘Hulp buiten bereik’, over de effectiviteit van het gemeentelijk schulddienstverleningsbeleid. Dat het aantal inwoners met problematische schulden niet daalt, komt volgens het rapport van de rekenkamer onder meer doordat de gemeentelijke schulddienstverlening deze inwoners onvoldoende bereikt.