Skip to main content

Auteur: Rekenkamer Rotterdam

Een wereld te winnen

De gemeente geeft in verschillende beleidsstukken aan actief in te willen zetten op acquisitie van bedrijven uit het buitenland. De rekenkamer heeft onderzocht wat de kwaliteit is van het uitgevoerde acquisitiebeleid en wat de geboekte resultaten hiervan zijn. De conclusie is dat het acquisitiebeleid van de gemeente in de afgelopen jaren geen impuls heeft gegeven aan de vestiging van internationale bedrijven in de stad. Het aantal internationale bedrijven dat zich jaarlijks in Rotterdam vestigt, schommelt sinds 2013 tussen de zestig en zeventig bedrijven. De inspanningen van de gemeente om buitenlandse ondernemingen aan te trekken, hebben niet geleid tot een groei in het aantal nieuwe buitenlandse bedrijven. De rekenkamer beveelt aan in te zetten op een omslag naar gerichte en een actievere vorm van acquisitie. Hiervoor zijn onder meer een integrale strategie nodig met een duidelijk keuze voor gewenste typen bedrijven en passende prestatieafspraken met Rotterdam Partners. Verder vindt de rekenkamer een strikte verdeling van taken nodig tussen de gemeente en Rotterdam Partners waarbij de gemeente afstand houdt tot de uitvoering.

Druk op inhuur

De uitgaven aan externe inhuur stijgen al jaren in Rotterdam. Bovendien geeft Rotterdam veel meer uit aan externe inhuur dan is begroot. De rekenkamer onderzocht op welke wijze de gemeente externen inhuurt en hoe de overschrijdingen zijn te verklaren. Opvallend is dat de gemeente sinds 2014 aanzienlijk meer uitgeeft aan inhuur dan dat in de begroting is opgenomen. In 2018 was het verschil € 74 mln. Dit verschil komt vooral doordat er een onduidelijk beleid ten aanzien van inhuur wordt gevoerd en er weinig aandacht is voor het opstellen van een realistische begroting. Er wordt alleen gelet op de totale kosten voor personeel en niet op inhuurkosten afzonderlijk. Daarnaast is inhuur regelmatig vooraf niet bekend door een te ad-hoc planning van projecten waarvoor inhuur wordt gebruikt. De rekenkamer beveelt onder meer aan een beleidskader voor inhuur op te stellen dat duidelijk is over de gewenste mate van flexibiliteit van de organisatie. Verder zijn aanpassingen nodig in de totstandkoming van de begroting van de inhuurkosten. De rekenkamer stelt voor een alternatief te zoeken voor de door de raad gewenste vaste norm van maximaal 10%. Een alternatief daarvoor is een jaarlijks te bepalen norm op basis van de actuele marktomstandigheden.

Waarde van publiek

Het publiek dat gesubsidieerde cultuurinstellingen bezoekt is nog altijd geen goede afspiegeling van de Rotterdamse bevolking, ondanks gemeentelijk beleid om dat te verbeteren. Bij de grootste en meest ondervertegenwoordigde publieksgroepen is nog geen vooruitgang te zien. Dit komt onder andere doordat de gemeente instellingen niet stimuleert in te zetten op de moeilijk bereikbare groepen. Ook constateert de rekenkamer dat relatief veel cultuurinstellingen nog geen concrete acties hebben ondernomen om een ander publiek te bereiken. Er zijn wel instellingen die ondervertegenwoordigde doelgroepen weten te bereiken, waaronder instellingen die in de afgelopen periode voor het eerst subsidie via het cultuurplan ontvingen. Dit zijn echter veelal kleine instellingen. De rekenkamer beveelt daarom onder meer aan meer middelen toe te kennen aan instellingen die er al goed in slagen ondervertegenwoordigde groepen te bereiken en ook nieuwe aanvragers te honoreren die deze potentie hebben.

Onder de radar

De gemeente Rotterdam zet stevig in op het aanpakken van ondermijnende criminaliteit. Het is voor de raad echter moeilijk goed zicht te krijgen op wat de gemeente precies doet en of hiermee de georganiseerde criminaliteit daadwerkelijk wordt aangepakt. Dit beperkt de invloed van de gemeenteraad op het beleid. Ook zijn er risico’s in de concentratie van bevoegdheden bij de burgemeester. Volgens de rekenkamer vereist de gegroeide inzet scherpe keuzes over de gemeentelijke rol in de aanpak van ondermijning. De gemeenteraad zou daarin een grotere rol moeten hebben dat vooralsnog het geval is. Daarbij dient onder andere aandacht te zijn voor checks and balances bij de inzet van het bestuursrecht en de breedte van begrip ondermijning.

Gefundeerd bouwen onderzoek naar nieuwbouw en renovatie van scholen

De gemeente Rotterdam heeft de werkwijze en organisatie omtrent onderwijshuisvesting ingrijpend veranderd en verbeterd, mede naar aanleiding van de lessen uit het evaluatierapport naar het ‘Open Venster’. Door de getroffen maatregelen kan het college zijn zorgplicht voor onderwijshuisvesting nu beter invullen. Maar de gemeente heeft nog niet veel van de voorgenomen bouwprojecten gerealiseerd.
aanleiding onderzoek.

Dat het bouwen van een school een groot project kan zijn met vele risico’s met grote financiële gevolgen wordt geïllustreerd door het nieuwbouwproject het ‘Open Venster’. In dit nieuwbouwproject heeft de gemeente besloten om de bouwwerkzaamheden te staken door gebreken in het ontwerp. Het evaluatierapport hiervan is in mei 2018 verschenen en benoemde tekortkomingen in de werkwijze van de gemeente. Met dit onderzoek is de rekenkamer aan de hand van een zestal casussen nagegaan of de gemeente (inmiddels) na de ervaringen met het ‘Open Venster’ in staat is om de huisvestingsprojecten tot een goed einde te brengen

In onveilige handen: onderzoek informatiebeveiliging van gevoelige informatie

Het onderwerp ‘kwaliteit van de informatiebeveiliging’ was opgenomen in het onderzoeksprogramma van de rekenkamer voor 2016. Aanleiding was het gegeven dat als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein de gemeente Rotterdam steeds meer (bijzondere) persoonsgegevens in beheer heeft.
Naar aanleiding van een datalek verzocht de gemeenteraad de rekenkamer het onderzoek meteen uit te voeren. Onderzocht zijn niet alleen het datalek, maar ook de opzet en implementatie van het beleid inzake informatiebeveiliging (zoals risicomanagement, dataclassificaties, beheersmaatregelen). Ook is de beveiliging getest door interne en externe hacks, inlooptesten en phishing mails.

Horen, zien en schrijven. Optreden van stadswachten in de openbare ruimte

Het onderzoek richt zich onder meer op de kwaliteit van het optreden van stadswachten in de openbare ruimte: hoe opereren zij in bepaalde situaties, hoe komen zij tot hun beslissingen, waar richten zij zich op en hoe gaan zij met burgers om. Deze vragen zijn door middel van participerende observatie beantwoord. Ook is in het onderzoek gekeken naar de opleiding en aansturing van stadswachten en het effect van handelen op veiligheid en de fysieke kwaliteit van de buitenruimte,