Skip to main content

Auteur: Rekenkamer Utrecht

‘Het gaat niet goed – Een onderzoek naar de uitvoering en doeltreffendheid van het beleid voor mentale gezondheid in Utrecht’

De rekenkamer deed onderzoek naar het beleid voor mentale gezondheid van de gemeente Utrecht. Het beleid van de gemeente Utrecht om iets te doen aan de mentale (psychische) gezondheid van Utrechters werkt niet goed. Mensen met psychische problemen worden niet bereikt en niet geholpen. Steeds meer mensen hebben problemen met hun psychische gezondheid. Dat is bijvoorbeeld angstig zijn, niet lekker in je vel zitten of stress ervaren. 22% van de Utrechtse jongvolwassenen (16 t/m 25 jaar) heeft zulke klachten. Dit zijn ongeveer 12.000 mensen en dan gaat het nog alleen over jongvolwassenen. Sinds 2019 heeft de gemeente Utrecht beleid om hier iets aan te doen. De gemeente wil voorkomen dat mensen grote problemen krijgen. Dit wil de gemeente doen door samen te werken met organisaties in de stad.
De rekenkamer ziet dat er van het beleid van de gemeente niet veel terecht is gekomen. De gemeente heeft te weinig invloed op de organisaties die iets aan de psychische problemen moeten doen. Er zijn wel losse activiteiten, maar samen zorgen ze er niet voor dat de psychische gezondheid van Utrechters beter wordt. De gemeente heeft geld gegeven aan sommige organisaties, maar deze organisaties bereiken maar weinig mensen. Het beleid van de gemeente heeft geen duidelijk doel. Er is te weinig geld voor en er werken te weinig mensen aan. De rekenkamer doet vier aanbevelingen aan de gemeente om hierin verbetering te brengen

Pleisters plakken. Een onderzoek naar het bereik en de effectiviteit van de armoedeaanpak in de gemeente Utrecht.

Rekenkamer Utrecht deed onderzoek naar het bereik en de effectiviteit van het Utrechtse armoedebeleid. De gemeente Utrecht wil dat haar inwoners kunnen rondkomen en mee kunnen doen aan de samenleving, ongeacht de hoogte van hun inkomen. Wij concluderen dat het armoedebeleid ruimhartig is, maar dat er sinds 2021 te weinig structureel geld is en reserves ingezet moeten worden om Utrechters te ondersteunen. De gemeente kan daarom niet alle Utrechters in financiële problemen ondersteunen. Verder concluderen we dat het de gemeente onvoldoende lukt om de doelgroep van de armoedeaanpak te bereiken. Door de inflatie komen ook Utrechters buiten de doelgroep (de lage middeninkomens) vaker in de financiële problemen. De inflatie zorgt er bovendien voor dat met een gelijkblijvend ondersteuningsbedrag minder kan worden bekostigd. Er is voor de komende tijd dus een verhoging van de uitgaven per inwoner noodzakelijk om het effect voor de gebruikers tenminste op het huidige peil te kunnen behouden en waar mogelijk te verbeteren.

Onze vijf aanbevelingen:
1. Keuzes uit te werken over welke Utrechters hulp krijgen en welke niet.
2. Ervoor te zorgen dat alle Utrechters die recht hebben op ondersteuning die ook krijgen.
3. Ervoor te zorgen dat de ondersteuning beter past bij wat Utrechters nodig hebben.
4. Afdelingen van de gemeente meer met elkaar samen te laten werken.
5. Duidelijk te maken welke subsidies het meeste effect hebben en meer te sturen op samenwerking in de stad

Sturing op bestemmingsreserves

In deze rekenkamerbrief presenteren we de belangrijkste uitkomsten van een verkenning naar bestemmingsreserves van de gemeente Utrecht. Binnen de gemeente loopt op dit moment het traject “Begroting van de toekomst”, gericht op verbetering van de cyclus van sturen en verantwoorden. Het gaat er daarbij om het college en de organisatie beter in staat te stellen om te sturen en te verantwoorden, en de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken. In aansluiting hierop vraagt de rekenkamer aandacht voor de bestemmingsreserves, als belangrijk onderdeel van de begroting.
We constateren dat het lastig is voor de raad om greep te krijgen op bestemmingsreserves. Dat wordt onder meer veroorzaakt doordat (nut en noodzaak van) veranderingen in deze reserves op een manier worden toegelicht die voor de raad vaak niet duidelijk is. Onduidelijk is ook of afspraken over bestemmingsreserves door de ambtelijke organisatie altijd worden nagekomen. Omdat met bestemmingsreserves grote financiële bedragen zijn gemoeid, is het van belang dat de gemeenteraad goed in positie wordt gebracht om hierop te kunnen sturen. Tegelijkertijd kan de gemeenteraad ook zélf actief sturen op bestemmingsreserves. In deze brief geven we daartoe een aantal handvatten.

Middenhuur: meer grip op groei

De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de realisatie van gemeentelijke doelen voor woningen in het middenhuursegment in de gemeente Utrecht. De gemeente Utrecht voert sinds 2014 actief beleid om het aanbod van woningen in het middensegment te vergroten. In het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Iedereen’ (2018) werd de ambitie opgenomen dat in 2040 25% van de woningvoorraad tot het middensegment zou moeten behoren. In het coalitieakkoord ‘Investeren in Utrecht: kiezen voor gelijke kansen, betaalbaar wonen en klimaat’ (2022) richt de ambitie zich op nieuw op te starten projecten: van de daarin te realiseren woningen moet 35% tot het middensegment behoren. Op basis van vier casestudy’s hebben we onderzocht hoe en in hoeverre de gemeente erin slaagt door het toevoegen van huurwoningen in het middensegment aan deze ambities bij te dragen.
Het middenhuursegment is tussen 2019 en 2021 met ongeveer 1.800 middenhuurwoningen gegroeid, maar blijft als percentage in de totale woningvoorraad (die ook is toegenomen) vrijwel stabiel (11%). De rekenkamer concludeert dan ook dat niet vastgesteld kan worden op welke manier het gemeentelijk beleid bijdraagt aan het bereiken van het doel van een vergroot midden(huur)segment en doet vier aanbevelingen, waaronder:
Zorg dat de gemeentelijke doelen voor middenhuur specifiek, meetbaar en navolgbaar worden geformuleerd.
Zorg voor een meetbare en navolgbare uitwerking van deze doelen op wijkniveau en in concrete projecten.

‘Horen, zien en samen door. Een onderzoek naar de ervaringen met en resultaten van inwonerparticipatie in de gemeente Utrecht’

Rekenkamer Utrecht deed onderzoek naar het doelbereik van het inwonerparticipatiebeleid van de gemeente Utrecht. De gemeente Utrecht wil inwonerparticipatie inclusiever maken, de betrokkenheid bij de stad vergroten en de kwaliteit van plannen verbeteren. Wij concluderen dat de gemeente zich op veel manieren inspant om inwoners te bereiken, maar dat de diversiteit onder deelnemers niet toeneemt. Ook de betrokkenheid van Utrechters bij inwonerparticipatie is niet vergroot. Tijdens trajecten voelen deelnemers zich vaak ook onvoldoende betrokken en achteraf is voor hen niet duidelijk wat er met hun inbreng is gebeurd. Zowel inwoners als raadsleden zien in de meeste gevallen nauwelijks terug hoe plannen door de inbreng van deelnemers zijn verbeterd.
In het rapport zijn zes aanbevelingen opgenomen, waaronder:
– Maak voorafgaand aan inwoners, raadsleden en andere belanghebbenden duidelijk hoe het traject eruitziet, waar het inhoudelijk om gaat, welke beïnvloedingsruimte deelnemers hebben en op welke manier hun inbreng van invloed kan zijn op de uiteindelijke besluitvorming.
– Analyseer per project welke doelgroepen betrokken moeten worden en hanteer een doelgroepgerichte aanpak om meer verschillende Utrechters te bereiken.
– Koppel tussentijds en achteraf duidelijk aan inwoners en raadsleden terug wat er met de inbreng van belanghebbenden is gedaan. Leg daarbij ook beargumenteerd uit waarom de inbreng wel of niet tot wijzigingen in het eindproduct heeft geleid.

Onbegonnen werk – Onderzoek naar de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed in Utrecht

Rekenkamer Utrecht doet onderzoek naar de energietransitie. Het derde en laatste deel van dit onderzoek gaat over de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed. Dit onderzoek is nu afgerond. We concluderen dat deze opgave, die is vastgelegd in de Versnellingsopgave Energieneutraal Kernvastgoed, nauwelijks van de grond komt. Met het geld uit de Versnellingsopgave zijn tot nu toe twee gebouwen verduurzaamd, terwijl de doelstelling tot 2023 57 gebouwen omvat. Daarnaast concluderen we dat met deze opgave doelen worden nagestreefd die financieel en inhoudelijk onvoldoende onderbouwd en daarmee niet realistisch zijn. De doelstelling om het gemeentelijk kernvastgoed tot 2040 te verduurzamen is op de huidige manier haalbaar noch betaalbaar. Ook stellen we vast dat de gemeente geen grip heeft op de opgave. Zo kan de voor de uitvoering verantwoordelijke vastgoedorganisatie (VGU) geen inzicht geven in de planning en voortgang, en is de besteding van middelen ondoorzichtig. Dat leidt er ook toe dat de gemeenteraad over deze voortgang niet inzichtelijk wordt geïnformeerd en daardoor haar controlerende taak niet naar behoren kan uitvoeren.

De aanbevelingen kunnen worden samengevat in de volgende drie punten:

  1. Herijk het plan voor de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed;
  2. Bereken hoeveel extra geld nodig is voor de gestelde doelen;
  3. Informeer de raad tijdig en inzichtelijk.

De balans opmaken. Een onderzoek naar de effectiviteit van het economisch beleid van de gemeente Utrecht

De Utrechtse economie presteert goed; de werkloosheid is laag en de stad kende de afgelopen periode een hoge economische groei. Het is alleen niet duidelijk in welke mate de gemeente Utrecht bijdraagt aan de goed presterende economie. Enerzijds komt dit door veranderingen die in de afgelopen raadsperiode hebben plaatsgevonden. De opbouw van het begrotingsprogramma werd anders, de gemeentelijke organisatie is voor de uitvoering van deze opgave opnieuw ingericht en de coronacrisis had grote impact.

We zien anderzijds dat er ook sprake is van structurele oorzaken waardoor de effectiviteit van beleid niet is vast te stellen. Geformuleerde doelen dekken de lading van het programma niet volledig. Maatregelen en instrumenten worden niet structureel geëvalueerd. De besteding van tijd en geld wordt uit de financiële administratie niet duidelijk. Veel ondernemers en samenwerkingspartners zijn niet goed op de hoogte van wat de gemeente doet. En de gemeenteraad ontvangt de informatie versnipperd en kan daarmee niet goed op inhoud en financiën controleren en waar nodig (bij)sturen. Voldoende reden dus om hiermee aan de slag te gaan.

Verantwoording:
Het onderzoek is in de periode mei – november 2021 uitgevoerd. Wij hebben naast de documentstudie veel interviews gedaan binnen de gemeentelijke organisatie en met samenwerkingspartners. I&O Research voerde een data-analyse uit en nam een enquête af onder ruim duizend (1.053) Utrechtse ondernemers.

Grip op energietransitie. Een onderzoek naar de beïnvloedingsmogelijkheden van de gemeente bij concrete projecten

Rekenkamer Utrecht doet onderzoek naar de energietransitie. Het tweede deel van dit onderzoek is afgerond, waarin twee concrete projecten zijn onderzocht. De centrale onderzoeksvraag was: Hoe verliep de uitvoering van de projecten Zon op dak en het Stimuleren van particuliere woningeigenaren uit het programma Energietransitie, en wat zijn de behaalde resultaten?
De energietransitie is een complexe maatschappelijke opgave waarvoor het noodzakelijk is dat de gemeente een visie ontwikkelt, doelen stelt, monitort, evalueert en projecten in het Uitvoeringsprogramma Energietransitie bijstelt. De onderzochte projecten laten zien dat dit nog onvoldoende gebeurt. Hierdoor is de doeltreffendheid en doelmatigheid van de projecten niet vast te stellen. Juist bij een uitvoeringsprogramma in ontwikkeling is het belangrijk om structureel te letten op de doeltreffendheid van de aanpak. De rekenkamer ziet dat dit bij sommige onderzochte projecten al gebeurt en ziet aanwijzingen dat dit de effectiviteit van die projecten vergroot.

Zo sterk als de zwakste schakel

Rekenkamer Utrecht heeft onderzoek gedaan naar informatieveiligheid bij de gemeente Utrecht. De centrale onderzoeksvraag is: “Is de informatieveiligheid bij de gemeente Utrecht voldoende gewaarborgd?”. Wij keken daarbij naar drie aspecten: organisatie/proces, mens en techniek.

Wij constateren dat, ondanks de verschillende maatregelen die de gemeente Utrecht heeft getroffen, de informatieveiligheid nog niet voldoende gewaarborgd is. De governance is versterkt, de middelen en capaciteit zijn uitgebreid en er zijn risico’s in kaart gebracht en geprioriteerd. Toch wijzen testresultaten op het gebied van mens en techniek, en de stand van de uitvoering van het beleid uit dat er verbetering nodig is. Daarom doet de rekenkamer zeven aanbevelingen, waaronder:

  • Neem de benodigde maatregelen tegen technische risico’s die bekend zijn,
  • Investeer structureel in het informatiebewustzijn van medewerkers,
  • Voer alle nodige risicoanalyses uit, en
  • Verbeter het toezicht op informatieveiligheid in de thuiswerksituatie.