Skip to main content

Auteur: Rekenkamercommissie Hulst/Terneuzen

Grote projecten: “Stad naar het water, water naar de stad”.

Het onderzoek is kwalitatief van aard. Naast dossieronderzoek is er met betrokken personen gesproken. Alvorens dit te doen, is er een normenkader opgesteld, waaraan de onderzochte projecten zijn getoetst.
Voor de gemeente Hulst was dit het project De nieuwe Bierkaai en voor de gemeente Terneuzen het project Veerhaven.

In het rapport wordt geconcludeerd dat voor beide projecten de gemeenteraden hun kader stellende rol daadwerkelijk hebben kunnen vervullen. Alleen voor de gemeente Hulst geldt dat de Raad geen concrete keuzes voorgelegd heeft gekregen voor de invulling van het gebied.
De controlerende rol van de gemeente Hulst is bij de oorspronkelijke doelstelling van het project beperkt gebleven; deze is door de rapportagesystematiek bemoeilijkt.
Voor de gemeente Terneuzen geldt dat de raad in de gelegenheid is gesteld om zijn controlerende rol te vervullen.
In het rapport zijn aanbevelingen gedaan over rapportagesystematiek van grote projecten en is er een checklist op gesteld die de gemeenten kunnen hanteren bij de ontwikkeling/voorbereiding van grote projecten.

Het rapport sluit af met aanbevelingen.

Rapport Quick scan Inburgering Hulst en Terneuzen

Een nieuwe Wet Inburgering is vanaf 1 januari 2022 van kracht. Deze nieuwe wet gaat gepaard met een ‘Veranderopgave Inburgering’ voor gemeenten. Deze wet legt, ten opzichte van de voorgaande Wet Inburgering 2013, meer en nieuwe taken bij de gemeenten. Er wordt gesproken over ‘een kleine vorm van decentralisatie’. Aan decentralisatie zijn risico’s gekoppeld. De rekenkamercommissie wil juist in de beginfase een quick scan uitvoeren naar de inrichting van de nieuwe taken inburgering binnen de gemeenten Hulst en Terneuzen.

Op grond van het onderzoek komt de rekenkamercommissie tot de conclusie dat, rekening houdend met de actuele context, de gemeenten Hulst en Terneuzen voor nu adequaat genoeg toegerust op hun inburgeringstaken. Werkende weg door-ontwikkelen is de praktijk. De tijd zal leren in hoeverre de toerusting op de langere termijn voldoende is. De actuele context bestaat enerzijds uit een meer trage opstart vanuit het rijk dan oorspronkelijk beloofd. Anderzijds duurt het drie jaren totdat er geen inburgeraars meer actief zijn onder de oude wet en hiermee alle actieve inburgeraars vallen onder de nieuwe wet.

Het rapport sluit af met aanbevelingen.