Doel van dit onderzoek was antwoord op de vraag hoe de gemeente Kerkrade grote projecten organiseert en welke leerpunten over de sturing en beheersing de gemeente (raad, college en ambtelijke organisatie) kan halen uit de ervaring in de praktijk? Eerste conclusie is dat er geen algemene kaders en voorschriften zijn die ingaan op de wijze waarop de gemeente wil sturen op grote projecten. Zo is niet vastgelegd welke elementen in een projectplan naar voren moeten komen, welke keuzes voor de projectorganisatie kunnen worden gemaakt en hoe de gemeente wil sturen op de voortgang van projecten. In de praktijk blijkt dat het college geen eenduidige aanpak hanteert voor de wijze waarop het grote projecten inricht en stuurt. In de projecten Rodahal en Carboonplein is vooraf en tijdens de uitvoering weinig aandacht geweest voor het expliciteren en vastleggen van beoogde doelen, risico’s en te hanteren projectfasen.
Ten tweede zijn er geen algemene afspraken gemaakt over de wijze waarop de raad invulling wenst te geven aan zijn kaderstellende en controlerende rol in de sturing op grote projecten. Hierdoor is niet duidelijk wanneer en hoe de raad over de voortgang wordt geïnformeerd. Ook op casusniveau – in de projecten Rodahal en Carboonplein – blijken raad en college geen duidelijke afspraken te hebben gemaakt over de beoogde sturing door de raad. Vooral in het project Rodahal is hierdoor bij enkele raadsfracties het gevoel ontstaan dat zij geconfronteerd zijn met voldongen feiten.