Skip to main content

Auteur: Rekenkamercommissie Soest

Rapport Quickscan Sportdeelnamebeleid 2022

De rekenkamercommissie heeft een quickscan uitgevoerd naar het gemeentelijke sportdeelnamebeleid in de periode 2017-2022 en onderzocht of de gemeente daarop adequaat beleid gevoerd heeft. De rekenkamercommissie heeft op basis van de beschikbare monitoringsrapportages indicaties dat de sportdeelname van Soesters bij de georganiseerde sport afneemt. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de monitoringsrapportage dat het percentage van de Soester bevolking dat lid is van een georganiseerde sportaanbieder met name in de leeftijdsgroepen 0 t/m 19 jaar en 25 t/m 44 jaar gedaald is tussen 2016 en 2020. Het kan wel zo zijn dat Soesters minder in verenigingsverband zijn gaan sporten, maar meer in de openbare ruimte.

Conclusies van het onderzoek
De rekenkamercommissie stelt vast dat er geen vervolg is gegeven aan de Sportvisie die tot en met 2016 liep. In de afgelopen jaren is als gevolg van bezuinigingen vooral ingezet op behouden wat er is, waarbij discussies over accommodaties dominant waren. De doelmatigheid van het beleid is lastig vast te stellen, maar de dominante discussie over accommodaties en het ontbreken van beleidsaanpassingen bij een veranderende context geeft de rekenkamercommissie redenen om aan de doelmatigheid te twijfelen. De inzet van de buurtsportcoachregeling wordt positief beoordeeld.

De toegankelijkheid van de digitale dienstverlening van de gemeente Soest

De toegankelijkheid van de digitale dienstverlening van de gemeente Soest is voor verbetering vatbaar. Dat blijkt uit het onderzoek van de rekenkamercommissie Soest naar de toegankelijkheid van de digitale dienstverlening, zoals aanvragen via de website. Er is bij de digitale dienstverlening geen structurele aandacht voor inwoners met een beperking en digitaal minder vaardige inwoners. Soest voldoet overigens wél aan de toegankelijkheidsnormen, maar het kan beter!

Kijken naar gebruikers
De rekenkamercommissie adviseert de gemeente Soest om inwoners met een beperking en inwoners die digitaal minder handig zijn meer te betrekken bij het vormgeven van de digitale dienstverlening. Een manier om dat te doen is door te kijken hoe deze inwoners de website van de gemeente eigenlijk gebruiken (een zogenaamde klantreis maken). Op deze manier wordt de website beter te gebruiken voor deze groep inwoners.
Ook zou de gemeente regelmatig advies kunnen vragen bij deskundige organisaties die zich richten op een inclusieve samenleving. Voorbeelden daarvan zijn de Stichting Lezen en Schrijven en de organisatie Iederin, die de belangen behartigt van mensen met een beperking of chronische aandoening.

Online én persoonlijk contact
Een andere conclusie van de rekenkamercommissie is dat de gemeente op de website actievere hulp kan bieden aan inwoners bij ingewikkelde aanvragen, zoals voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en een omgevingsvergunning. De gemeente kan bijvoorbeeld

Soester jeugd geholpen?

Soest presteert op kengetallen beter dan het landelijke en regionale gemiddelde op het gebied van jeugdzorg. Er zijn geen signalen dat de kwaliteit van de jeugdzorg ondermaats is. Belangrijkste knelpunt voor de korte tot middellange termijn blijft de financiële beheersbaarheid van de jeugdzorg en de grip op externe verwijzers, waarbij kwalitatief goede jeugdzorg het uitgangspunt blijft. Het meten van effecten van beleid is echter onder de maat waardoor er geen goed zicht is op de ontwikkelingen in het sociaal domein. De gemeente Soest kent een gedateerd beleid met doelen die een sterk open-einde karakter kennen. Op basis van de kengetallen en monitorinformatie die beschikbaar zijn concluderen wij dat Soest (nog) niet alle doelen bereikt. Uit de cliëntervaringsonderzoeken blijkt dat een ruime meerderheid van de jongeren en/of hun ouders/verzorgers tevreden is over de ondersteuning die zij ontvingen. Een analyse van de wachtlijsten van een aantal grotere zorgorganisaties maakt duidelijk dat de gemiddelde wachttijd in Soest korter is dan elders. Aanbevolen wordt om een:
– een nieuwe Strategische Agenda vast te stellen;
– duidelijke kaders te bepalen o.a. bepaal wat maatschappelijk gezien gewenst is;
– te bepalen wat de raad nodig heeft om de controlerende functie uit te kunnen oefenen.

Minder overlast, meer overleg

De jongerenoverlast is de afgelopen jaren in de gemeente Soest fors afgenomen. De aanpak van jongerenoverlast door de gemeente Soest en partners als de politie en het jongerenwerk blijkt op dit moment effectief te zijn.

Jongerenoverlast is een actueel thema dat om blijvende aandacht vraagt. Onderzocht is o.a. hoe de gemeente Soest jongerenoverlast aanpakt, hoe groot het probleem van jongerenoverlast is en wat de jongeren en degenen die overlast melden van de aanpak vinden.

De gemelde overlast is sinds 2017 afgenomen is en zich bevindt op een vergelijkbaar niveau met andere gemeenten. De samenwerking met partners als de politie en het jongerenwerk komt goed uit de verf. Onder meer doordat er meer capaciteit is bij zowel de gemeente, als de politie en het jongerenwerk om de overlast aan te pakken. Overlastmelders hebben vooral contact met de politie en vinden het lastig om zelf tot oplossingen met jongeren te komen. Jongeren hebben vooral behoefte aan plekken waar ze buurtbewoners niet storen en staan open voor gespreken met buurtbewoners.

De Rekenkamercommissie adviseert de gemeente Soest om het gesprek tussen jongeren en overlastmelders te ondersteunen. Het gaat hierbij om het bieden van veiligheid, structuur, ondersteuning en feedback. Bij de meeste overlastsituaties zouden professionals automatisch in moeten zetten op het ondersteunen van het gesprek tussen jongeren en overlastmelders. Het advies is om dit gesprek ook sneller op gang te brengen.

Soest op de fiets

Het doel van de gemeente Soest om inwoners meer te laten fietsen lijkt niet gehaald. Dat blijkt uit een enquête onder inwoners van de gemeente Soest in opdracht van de Rekenkamercommissie. Van de respondenten geeft 49% aan dat de fietsfrequentie niet is gestegen in de periode 2014-2020. Twaalf procent geeft zelfs aan dat de fietsfrequentie gedaald is. In het onderzoek stond de vraag centraal in hoeverre de maatregelen om fietsgebruik te stimuleren doeltreffend en doelmatig waren. Het ging om maatregelen uit de periode 2014-2020.