Skip to main content

Auteur: Rekenkamer Zoetermeer

Veilig Thuis Haaglanden

De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar Veilig Thuis Haaglanden (VTH). Aanleiding hiervoor vormden vragen vanuit de gemeenteraad. De raad is in de praktijk vaak het eerste aanspreekpunt wanneer er onverhoopt een incident (zoals huiselijk geweld) plaatsvindt. Raadsleden vroegen zich af hoe de raad op zo’n moment goed in positie kan worden gebracht. VTH valt onder de gemeenschappelijke regeling GGD. De gemeente Den Haag is in deze regeling tegelijkertijd opdrachtgever en opdrachtnemer. Raadsleden vroegen zich daarom af of deze constructie behulpzaam of juist belemmerend is ten aanzien van VTH.
Met dit onderzoek wil de Rekenkamer voor de raad inzichtelijk maken hoe de governance van Veilig Thuis is geregeld en welke sturingsmogelijkheden de raad heeft. Ook wordt gekeken naar de samenwerking tussen de lokale teams en de gemeenschappelijke regeling GGD VTH. De Rekenkamer heeft diverse aanbevelingen geformuleerd aan zowel raad als college.

Ondermijning

Verschillende incidenten in Zoetermeer de afgelopen jaren hebben het thema ondermijning op de kaart gezet. Sinds 2018 is ondermijning één van de speerpunten in het gemeentelijk veiligheidsbeleid (vóór die tijd werd gesproken van de bestrijding van ‘georganiseerde misdaad’). Omdat de aanpak van ondermijning zich naar haar aard veelal onder de radar bevindt, wilde de rekenkamercommissie een onderzoek uitvoeren naar dit onderwerp. Het onderzoek dient als ondersteuning van de raad in de (bestuurlijke) aanpak van ondermijning. Het onderzoeksrapport geeft een beschrijving van ondermijnende praktijken in Zoetermeer en van de (knelpunten in de) aanpak daarvan.
Naar aanleiding van het onderzoek concludeert de rekenkamercommissie dat bepaalde kenmerken van de stad (bereikbaarheid, sociaal-economische kwetsbaarheid) Zoetermeer kwetsbaar maken voor ondermijning. Daarnaast is de aanpak van ondermijning gefragmenteerd en nog niet volwassen te noemen. Er is achterstand in het Bibob-beleid en Zoetermeer heeft minder fte beschikbaar dan vergelijkbare gemeenten.
De rekenkamercommissie heeft diverse aanbevelingen geformuleerd aan zowel raad als college.

Smart City

De rkc heeft laten onderzoeken hoe Zoetermeer slim gebruik maakt van data tbv dienstverlening, wat goed gaat en waar de kansen liggen. ‘Smart City’ staat voor hoogwaardige informatievoorziening door slim gebruik van data door zowel de gemeente, haar inwoners, als bedrijven. De term kan zowel smal als breed worden uitgelegd. Het is goed het verschil te kennen, om spraakverwarring te voorkomen.
De smalle definitie legt de nadruk op datagebruik en toepassingen. In de brede definitie gaat het niet alleen om datagebruik en toepassingen, maar ook om het ontwikkelen van innovatie en de nieuwe vormen van samenwerking die daarvoor nodig zijn. De onderzoeker merkte hierover het volgende op: “Een slimme stad draait niet alleen om technologische innovatie. Om toepassingen daadwerkelijk te implementeren is vaak ook sociale innovatie nodig, omdat burgers en bedrijven de technologie ook moeten omarmen. Daarnaast is ook organisatorische innovatie nodig, want een slimme stad kan niet zonder een slimme gemeente. De gemeente moet nl zelf gebruik maken van de data die in de stad worden verzameld, plus moet regie en coördinatie bieden bij de ontwikkeling van de slimme stad.”
De belangrijkste conclusie die uit het onderzoek kan worden getrokken, is dat er in Zoetermeer veel (kleinschalige) ‘slimme’ projecten zijn, vooral op het gebied van openbare ruimte. Hoewel niet altijd even zichtbaar, gebeurt er heel veel. Overkoepelend beleid ontbreekt echter.

Participatie in regionale energiestrategieën

Inwoners uit Zoetermeer, Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg oordelen kritisch over het participatietraject rondom de regionale energiestrategieën. Zo weten zij niet wat er met hun inbreng is gedaan en hebben zij het eindresultaat nooit ontvangen.

Inwoners zijn geënquêteerd en bevraagd die in 2020 en 2021 betrokken waren bij de totstandkoming van de regionale energiestrategieën. Regionale energiestrategieën beschrijven o.a. de mogelijke locaties voor windmolens en zonnepanelen.

De betrokken inwoners zijn kritisch over het uitgevoerde participatietraject. Zij betwijfelen of participatie bijdraagt aan meer invloed op de besluitvorming. Maar ook of daardoor een grotere betrokkenheid ontstaat en belangen zorgvuldiger worden afgewogen.

De Rekenkamercommissie WVOLV adviseert de vier gemeenteraden om participatietrajecten van toekomstige regionale energiestrategieën zorgvuldiger uit te voeren. Het is met name van belang om deelnemende inwoners beter te informeren over wat er met hun inbreng is gedaan.

De colleges van B&W van de WVOLV-gemeenten kunnen zich voor het overgrote deel vinden in het advies van de Rekenkamercommissie.

Jeugdzorg H10

De rekenkamercommissie Zoetermeer heeft samen met de rekenkamer(commissie)s van alle H10-gemeenten onderzoek gedaan naar

  1. de belangrijkste oorzaken van de toename van de kosten in de jeugdzorg en
  2. de vraag of de gemeenteraden voldoende inzicht hebben in de ontwikkeling van de kosten.

Het onderzoek is in drie delen opgesplitst. Om de eerste vraag te beantwoorden is een uitgebreide data-analyse uitgevoerd (deel I en II). Deze maakt duidelijk welke jeugdzorgproducten vooral verantwoordelijk zijn voor de kostenstijging. Ook is bekeken of de kostenstijging is toe te schrijven aan de stijging van het aantal jongeren, het aantal uren gedeclareerde zorg of het gemiddelde uurtarief.

Ter beantwoording van de tweede vraag, is een normenkader opgesteld waaraan raadsinformatie idealiter zou moeten voldoen om inzicht te bieden in de ontwikkeling van de kosten (deel III). Hoewel sommige rapportages een vrij goed beeld gaven, constateert de rekenkamercommissie over de gehele linie dat de informatie onvoldoende inzichtelijk is en bovendien versnipperd over verschillende informatiestromen.

Meldingen Openbare Ruimte (DoeMee NVRR)

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft halverwege 2020 een ‘DoeMee-onderzoek’ georganiseerd naar de afhandeling van de meldingen openbare ruimte (MOR). De rekenkamercommissie Zoetermeer heeft besloten hierin te participeren en legt daarbij ook een relatie met het eigen onderzoek, uit 2018, naar beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De rekenkamercommissie complimenteert de gemeente Zoetermeer met de werkwijze rondom de MOR. Uit het DoeMee-onderzoek komt naar voren dat Zoetermeer zich in veel opzichten bevindt in de voorhoede van de onderzochte gemeenten.

Wel blijft de rekenkamercommissie kritisch op het gebrek aan rapportage aan de raad. Inzicht is voor de raad niet alleen van belang voor zijn controlerende rol, maar zeker ook voor zijn volksvertegenwoordigende rol.

Daarom wil de rekenkamercommissie de raad én het college nogmaals aandacht vragen voor de eerder, in het onderzoek uit 2018, geformuleerde aanbevelingen:

  • Zorg als college voor een periodieke rapportage aan de raad.
  • De raad kan los daarvan ook uit zichzelf vragen om een rapportage.

Quickscan Invoering Omgevingswet

De rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de stand van zaken rondom de invoering van de Omgevingswet in Zoetermeer. Onderzocht is welke zaken op koers lopen en welke zaken nog (extra) aandacht behoeven. Er blijkt over de gehele linie genomen voldoende voortgang. Wel zijn er zorgen over bijvoorbeeld factoren die niet lokaal beïnvloedbaar zijn en over het kennisniveau van raadsleden. De rekenkamercommissie beveelt daarom onder andere aan om voldoende tijd in te bouwen voor leren en evalueren, aandacht te besteden aan de invulling van het participatiebeleid en aan de informatievoorziening.

Subsidiebeleid

In het voorjaar van 2018 heeft de rekenkamercommissie een vooronderzoek uitgevoerd naar de inzet van het subsidie-instrument in algemene zin. Met het vooronderzoek wilde de rekenkamercommissie voor de raad inzichtelijk maken op welke wijze en in hoeverre de gemeente Zoetermeer ervoor zorgt dat de subsidies die zij verstrekt doeltreffend en doelmatig worden ingezet. Eén van de bevindingen toen, was dat de gemeente Zoetermeer werkte aan de modernisering van het stelsel van subsidieverstrekkingen. Geconcludeerd werd verder dat de raad in het subsidiebeleid volgend is in plaats van kaderstellend. De raad mist inzicht in de keuzes die in het subsidiebeleid worden gemaakt. Dit terwijl de gemeente jaarlijks ongeveer €30 miljoen aan subsidies verstrekt, wat gelijk staat aan zo’n 8% van de gemeentebegroting.
Uit dit vervolgonderzoek komt een overwegend positief beeld naar voren van het subsidiebeleid en het subsidieproces van de gemeente Zoetermeer. De kaders van en de besluitvorming over subsidieverlening zijn transparant. Subsidieontvangers hebben waardering voor de toegankelijkheid en meedenkende houding van hun contactpersonen binnen de ambtelijke organisatie. Voor enkele onderdelen wordt nog een mogelijkheid tot verbetering gezien. Er vindt bijvoorbeeld nauwelijks evaluatie plaats en er is geen bewuste afweging tussen inkoop en subsidie. De informatievoorziening aan de raad kan scherper en het vaststellen van indicatoren kan behulpzaam zijn in monitoren en beoordelen.

Duurzame gebiedsontwikkeling

Zoetermeer wil de komende jaren ruim 10.000 nieuwe woningen bouwen, de Schaalsprong. Die opgave moet binnenstedelijk gerealiseerd worden en gaat samen met een kwaliteitsimpuls en ontwikkeling van de stad. Hoe kan de raad sturen op deze ambitie?

  • 1
  • 2