Skip to main content

Terugblik jubileum symposium Enschede

Gepubliceerd op:
dinsdag 19-12-2023
Gepubliceerd door:
NVRR secretariaat

Terugblik jubileum symposium Enschede

Vrijdag 8 december vierde de Rekenkamer Enschede haar 25-jarig jubileum met een symposium in de Museumfabriek. Met ruim 50 gasten uit college, raad, diverse Rekenkamers en de Enschedese Rekenkamerhistorie was het een geslaagde bijeenkomst. Het symposium vond plaats in de Museumfabriek, aan de wand hingen tientallen schilderijen over de lokale textielgeschiedenis. Dat leverde een mooie entourage op voor de gesprekken in de pauze, waar ook veel oude bekende elkaar nog weer eens ontmoetten.

Burgemeester Roelof Bleker van Enschede was eerste spreker. Hij reflecteerde vanuit verschillende rollen op de Rekenkamer: hij was raadslid toen de Rekenkamercommissie Enschede werd opgericht, en maakt(e) als wethouder en burgemeester deel uit van het Enschedese college. Tussentijds heeft hij zich als dijkgraaf bij het Waterschap Rivierenland ook sterk gemaakt voor Rekenkamers. Hij beschreef de rekenkamer als waardevolle spiegel, vergrootglas én venster.

Voorzitter Harry de Boer blikte terug op 25 jaar onderzoek. In die tijd zijn ruim 50 onderzoeken gedaan en hebben 46 leden deel uitgemaakt van de Rekenkamer. Hij beschreef de geboorte, groeistuipen en zelfevaluaties van de Rekenkamer, die de basis hebben gevormd voor waar de Rekenkamer nu staat. Hij schetste een aantal voorwaarden voor een goede Rekenkamer, onder andere goede relaties, transparantie, duidelijke procedures en een gelijkwaardig speelveld.

In een panelgesprek deelden experts Suzan Mathijssen (Rekenkamer Oost en penningmeester NVRR), Nils Nijdam (Algemene Rekenkamer) en Laurens de Graaf (voorzitter jury Goudvink) hun inzichten over lokale, provinciale en algemene rekenkamer(s). Het ging onder andere over kwaliteit van onderzoek: wat is doorslaggevend (impact, onderzoekskwaliteit, presentatie) en de verschillen tussen de landelijke en lokale Rekenkamers. Lokale Rekenkamers zien direct voor wie ze werken en moeten daarom in woord en daad aan kunnen sluiten bij hun doelgroep, terwijl de Algemene Rekenkamer meer op institutioneel niveau acteert.

Na de pauze verklapte Lies van Aelst, directeur van de NVRR haar recept voor (on)succesvol onderzoek: het rapport moet niet té pittig zijn, maar zeker ook niet smakeloos, pas op met het toevoegen van zuur, wissel een snack af met een vijfgangendiner, en laat pottenkijkers in je keuken toe. En, het belangrijkste ingrediënt is liefde: werk aan de relatie met raad, college en organisatie zodat rapporten goed landen.

Tot slot namen drie oud-raadsleden uit Enschede plaats in een panel. Zij zijn nu alle drie lid van Rekenkamers elders in Twente. De eerste prikkelende vraag ‘Doen jullie het beter dan de Rekenkamer Enschede?’ leverde mooie verhalen op over verschillende werkwijzen van Rekenkamers – en over het belang van duidelijke procedures, voor de Rekenkamer zelf, maar ook voor de organisatie, raad en college. De oud-raadsleden merken dat hun ervaringen als raadslid van grote meerwaarde zijn in hun huidige Rekenkamerfunctie: ze kennen de Rekenkamer al en kunnen goed aansluiten bij hun raden.

Bij de borrel in het museumcafé werd enthousiast nagepraat en geproost op de afgelopen en komende 25 jaar Rekenkamerwerk.


NB Naarmate de datum waarop dit bericht gepubliceerd is verder in het verleden ligt, neemt de actualiteitswaarde af. Ook kan het bericht ingehaald zijn door de nieuwe actualiteit. Raadpleeg indien nodig ook andere bronnen.