Skip to main content

Bijdrage provincies aan innovatie nog te weinig onderbouwd

Gepubliceerd op:
woensdag 05-01-2011
Gepubliceerd door:
NVRR Secretariaat

Bijdrage provincies aan innovatie nog te weinig onderbouwd

Amsterdam, 4 januari 2011 – Provinciaal economisch beleid. Onderbouwing en evaluatie

De betekenis van het provinciaal innovatiebeleid voor de regionale economie behoeft meer toelichting. Dit blijkt uit onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer naar de onderbouwing en evaluatie van het economisch beleid van de vier randstedelijke provincies. De provincies benoemen kansen en problemen, maar maken nauwelijks aannemelijk dat hun beleid bijdraagt aan meer kennis en innovatie en daarmee aan de regionale economie. Daarnaast beschikken de provincies vrijwel niet over een overkoepelend beeld van de resultaten van het provinciale beleid.

Factoren
De economie wordt beïnvloed door een groot aantal externe factoren, waarvan de conjunctuur wellicht de belangrijkste is. Het aantonen van de toegevoegde waarde van het overheidsbeleid op economisch gebied is hierdoor zeer lastig. Ook provincies voeren economisch beleid uit, dat bestaat uit zowel verplichte als zelfgekozen taken. Zo kunnen provincies zelf bepalen of ze bijvoorbeeld innovatie willen bevorderen. Juist omdat de taken die de Randstedelijke Rekenkamer heeft onderzocht niet verplicht zijn en meerdere overheden en organisaties actief zijn op deze beleidsterreinen, is een goede motivatie van belang.

Onderbouwing
De randstedelijke provincies benoemen in hun innovatiebeleid kansen en problemen, zoals het verbeteren van het innovatievermogen van het bedrijfsleven. Hoe het beleid vervolgens bijdraagt aan het oplossen van deze problemen wordt vooraf nauwelijks aannemelijk gemaakt. De provincie Zuid-Holland maakt voor het hoofddoel van het economisch beleid, het excelleren in clusters, wel aannemelijk dat het beleid gericht moet zijn op de clusters Greenports, Life & Health Sciences, Water- & Deltatechnologie en Transport & Logistiek.
Het innovatiebeleid van de provincies is niet of ten dele meetbaar via indicatoren. Nulmetingen, streefwaarden en tijdpaden ontbreken vaak. Monitoring van de voortgang vindt wisselend plaats. Naast het innovatiebeleid heeft de Randstedelijke Rekenkamer ook de thema’s ondernemerschap, promotie & acquisitie en onderwijs & arbeidsmarkt onderzocht. Ook bij deze thema’s schiet de onderbouwing van de provincies nog vaak tekort.

Evaluatie
De provincies evalueren hun economisch beleid in beperkte mate. In de uitgevoerde evaluaties ontbreekt vaak een analyse waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat het provinciale beleid heeft bijgedragen aan het behalen van de economische doelen. Zuid-Holland heeft dit wel gedaan voor het arbeidsmarktbeleid. De provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hebben aangegeven het huidige beleid te gaan evalueren in 2011.

Aanbevelingen
De Randstedelijke Rekenkamer beveelt de provincies aan hun bijdrage aan de regionale economie beter te onderbouwen en alleen indicatoren op te stellen als deze meetbaar zijn en gemonitord gaan worden. Ook beveelt de rekenkamer aan om het huidige economisch beleidsplan na afloop te evalueren, zodat duidelijk wordt in hoeverre het provinciale beleid heeft bijgedragen aan het behalen van de economische doelen. Gedeputeerde Staten van de vier provincies hebben aangegeven de aanbevelingen grotendeels te onderschrijven.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Provinciaal economisch beleid” is vanaf 4 januari 2011 te vinden op de website
www.randstedelijke-rekenkamer.nl.


NB Naarmate de datum waarop dit bericht gepubliceerd is verder in het verleden ligt, neemt de actualiteitswaarde af. Ook kan het bericht ingehaald zijn door de nieuwe actualiteit. Raadpleeg indien nodig ook andere bronnen.