Stads- en streekvervoer over de weg
De rekenkamer Zeeland geeft geen onafhankelijk totaaloordeel in het rapport. Het ontbreekt aan een normatief kader op specifieke onderdelen. De belangen die samengaan met de gestelde doelen, kunnen met elkaar strijdig zijn. Als onafhankelijk orgaan, is het niet aan de rekenkamer om een positie in te nemen in een debat daarover. Het onderzoek brengt indicatoren in beeld, maar behoudt zich van de weging daarvan als normen daarvoor niet bestuurlijk zijn vastgesteld. Dat is aan de politiek en is onderdeel van een goed samenspel tussen Gedeputeerde en Provinciale Staten, stelt de rekenkamer.
Over dat samenspel is de rekenkamer kritisch. Naar het oordeel van de rekenkamer is verantwoording een zorgpunt en was evaluatie onvoldoende. De rekenkamer doet drie aanbevelingen die de positie van Provinciale Staten versterken.
Centrale onderzoeksvraag
De rekenkamer Zeeland onderzocht voor het stads- en streekvervoer over de weg in Zeeland de doelmatigheid en doeltreffendheid van de Provinciale inzet en financiële middelen die daarmee samengaan. De hoofdvraag van het onderzoek was of de Provincie de doelen in de praktijk realiseerde vanaf 2015 met betrekking tot vraaggerichtheid, verbondenheid, maatschappelijkheid en duurzaamheid.
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamer Zeeland |
Provincie(s) | Zeeland |
Ingestuurd door | Evi Dombi |
Onderzoek door | Rekenkamer zelf |