Gemeenten en provincies werken op verschillende beleidsterreinen horizontaal samen. Op enkele terreinen heeft de provincie ook een verticale verhouding ten opzichte van gemeenten. De provincie is op bepaalde beleidsterreinen toezichthouder op de gemeente, ze vertegenwoordigt bovengemeentelijke belangen en doorgaans is zij beter in staat om middelen en mensen beschikbaar te stellen dan gemeenten. De vraag is in hoeverre dit een spanning oplevert en zo ja, op welke manier die spanning zich dan manifesteert. Een dergelijke spanning tussen horizontale samenwerking enerzijds en de verticale bevoegdheden van de provincie anderzijds doet zich in de praktijk nauwelijks voor.