Skip to main content

Op zoek naar de maatschappelijke effecten van de NOM. Een onderzoek naar de kwaliteit van de door Gedeputeerde Staten verstrekte informatie over de NOM

Datum van publicatie: 2023-05-22

Sinds 2016 hebben de drie Noordelijke provincies gezamenlijk 50 procent van de aandelen in de NOM. De provincies verstrekken jaarlijks subsidie aan de NOM. Provinciale Staten zouden moeten kunnen controleren welke resultaten de NOM boekt. De rekenkamer constateert dat het voor de Staten moeilijk is om zicht te krijgen op de maatschappelijke effecten. Dit is met name te wijten aan het feit dat Gedeputeerde Staten geen goede indicatoren selecteerden waarmee zij de bijdrage van de NOM aan de versterking van de regionale economie inzichtelijk kunnen maken. De Noordelijke Rekenkamer beveelt Provinciale Staten aan zich te laten informeren over de daadwerkelijk opgetreden maatschappelijke effecten van de NOM. Daarbij dienen ze de effecten voor individuele provincies te onderscheiden van die voor Noord-Nederland als geheel. Gedeputeerde Staten moeten dat mogelijk maken en over de informatievoorziening van Provinciale Staten in gesprek gaan met de NOM. De rekenkamer doet in het onderzoeksrapport een handreiking aan de provincies over de mogelijk te gebruiken indicatoren. Wat de rekenkamer betreft baseren Provinciale Staten zich daarnaast vaker op informatie over de NOM uit externe, objectieve bronnen, bijvoorbeeld door een periodieke externe evaluatie.

Centrale onderzoeksvraag

Is de kwaliteit van de informatie over de bereikte maatschappelijke resultaten van de NOM aan Provinciale Staten voldoende om hun taken uit te oefenen en in hoeverre draagt het gedeelde eigenaarschap, en de invulling ervan door de provincies, daaraan bij?

Rekenkamerrapport

Rekenkamer(commissie)
Noordelijke Rekenkamer
Ingestuurd door
Linze Schaap
Onderzoek door
Rekenkamer i.s.m. extern onderzoeksbureau(s)
Onderzoeksbureau
CE Delft (deelonderzoek)