Grip op re-integratie?
Sinds 2004 zijn gemeenten zelf financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de WetWerk en Bijstand (WWB). Het is aan gemeenten zelf om te bepalen welke instrumenten in het kader van re-integratie en participatie worden ingezet. Ook de verdeling van re-integratieinspanningen over verschillende klanten en doelgroepen kan zelf bepaald worden.
Na de invoering van de WWB bleek dat landelijk het bijstandsbestand snel daalde met inzet van slechts een gedeelte van de beschikbare re-integratiemiddelen. Sinds de economische crisis en recessie in 2008 is het bijstandsbestand weer aan het oplopen en blijken ook steeds meer gemeenten het volledige re-integratiebudget te besteden (inclusief reserves). Daarnaast heeft het kabinet aangekondigd fors te zullen bezuinigen op de re-integratiemiddelen. Voor gemeenten is het dus zaak om met minder middelen toch een goed resultaat op het terrein van re-integratie en participatie te boeken.
Welke aanpak werkt voor welke doelgroepen en hoe heeft de gemeente Den Helder het de afgelopen jaren gedaan? Om antwoord te krijgen op onder andere deze vragen heeft de rekenkamercommissie van de gemeente Den Helder een onderzoek laten uitvoeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het re-integratiebeleid.
Centrale onderzoeksvraag
In hoeverre is het re-integratiebeleid van de gemeente Den Helder in de periode 2008-2011 doeltreffend (d.w.z. effectief) en doelmatig (d.w.z. efficiënt) geweest?
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamercommissie Den Helder |
Provincie(s) | Noord-Holland |
Ingestuurd door | Mark Versteeg |
Onderzoek door | Rekenkamer i.s.m. extern onderzoeksbureau(s) |