– Hoe zien de tijdlijn en het feitenrelaas rond de vergunningen- en ontheffingenverlening er (vanaf 2014) concreet uit?
– Welke conclusies kunnen op basis hiervan in termen van rechtmatigheid, effectiviteit, transparantie, responsiviteit en adequaatheid worden getrokken?
– Hoe staat het met de kosten van de vergunningen- en ontheffingenverlening (doelmatigheid/efficiency )?
– Wat was de rol van de ambtelijke organisatie, het college en de raad inzake de vergunningen- en ontheffingenverlening?
– Op welke wijze is de raad geïnformeerd over de gang van zaken rond de vergunningen- en ontheffingenverlening?
– Welke lessen voor de toekomst kunnen worden getrokken?