Onderzoek ‘Doorwerking Rekenkameronderzoeken in de gemeente Kerkrade’
Uit deze evaluatie is gebleken dat het college middels een bestuurlijke reactie op alle acht onderzochte
rekenkamerrapporten heeft gereageerd. De mate waarin het college ingaat op de conclusies en
aanbevelingen van de rekenkamercommissie verschilt per onderzoek. De gemeenteraad heeft met
uitzondering van het onderzoek naar verbonden partijen, voor ieder onderzoek een raadsbesluit genomen
waaruit blijkt welke aanbevelingen hij als opdracht aan het college, of aan de raad zelf meegeeft.
Vervolgens blijkt dat het college en de ambtelijke organisatie het merendeel van de aan hen gerichte
aanbevelingen hebben geïmplementeerd. Wanneer aanbevelingen niet tot maatregelen hebben geleid, kan
de organisatie doorgaans onderbouwen waarom dat zo is.
De raad is passief in het formuleren van standpunten en ondernemen van acties op basis van
aanbevelingen in de acht geëvalueerde rekenkameronderzoeken. Hij geeft geen specifieke opdrachten mee
aan het college, stuurt niet op de wijze van implementatie en monitort nauwelijks de doorwerking van de
aanbevelingen.
Hieronder wordt dit antwoord op de centrale vraag verder uitgewerkt in conclusies en aanbevelingen. De
rekenkamercommissie benoemt conclusies en aanbevelingen per deelvraag van het onderzoek..
Centrale onderzoeksvraag
Wat heeft het gemeentebestuur met de door de rekenkamercommissie Kerkrade uitgevoerde onderzoeken
in de praktijk gedaan?
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamercommissie Kerkrade |
Provincie(s) | Limburg |
Ingestuurd door | Bertie Vermeersch-Dortants |
Onderzoek door | Rekenkamer i.s.m. extern onderzoeksbureau(s) |
Onderzoeksbureau | Necker van Naem |