1 Wat is de (politiek-bestuurlijke) visie op samenwerking van de gemeente Soest?
2 Aan welke samenwerkingsverbanden neemt de gemeente Soest deel en hoe kunnen deze worden getypeerd?
3 In hoeverre stelt de gemeenteraad vooraf kaders aan de samenwerking?
4 Zijn er voldoende mogelijkheden voor de gemeenteraad om verantwoordelijken ter verantwoording te roepen. In het bijzonder: op welke wijze en op welk momentkrijgt de raad informatie over de voortgang en de resultaten van de samenwerking?
5 In hoeverre leidt dit tot tijdige en effectieve controle en bijsturing door de gemeenteraad?
6 In hoeverre beoordeelt het gemeentebestuur periodiek of ze verder wil gaan met het samenwerkingsverband en of de verwachtingen gerealiseerd zijn?
7 In hoeverre wordt bij de aansturing en controle tegemoet gekomen aan het vereiste democratische gehalte?
8 In hoeverre worden de geformuleerde doelstellingen van de gemeente Soest ten aanzien van de samenwerkingsverbanden werkelijk gerealiseerd?
9 Welke gelden worden feitelijk aangewend?
10 Welke aanbevelingen zijn denkbaar ter (verdere) versterking van de doeltreffendheid, doelmatigheid van samenwerkingsverbanden en van de aansturing en controle door de gemeenteraad?