Skip to main content

Provincie Utrecht kan toezicht op restverontreiniging in de bodem verbeteren

Gepubliceerd op:
dinsdag 12-03-2013
Gepubliceerd door:
NVRR Secretariaat

Provincie Utrecht kan toezicht op restverontreiniging in de bodem verbeteren

Amsterdam, 12 maart 2013 – Na een bodemsanering kan worden besloten dat een bepaalde mate van restverontreiniging achter mag blijven. Om te voorkomen dat er in dergelijke gevallen (gezondheids)risico’s ontstaan voor de omgeving is het van belang om de bodem te beschermen (nazorg). Uit onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer blijkt dat de provincie Utrecht haar taak als plantoetser vrij goed op orde heeft, maar haar taak als toezichthouder en handhaver beperkt invult. Gedeputeerde Staten (GS) van Utrecht geven in hun reactie op het onderzoek aan zich grotendeels te herkennen in de resultaten van het onderzoek en de daarbij geformuleerde conclusies. GS onderschrijven het merendeel van de aanbevelingen van de Rekenkamer.

Conclusies
Het toezicht op nazorglocaties is beperkt tot het controleren van monitoringsrapportages en het reageren op meldingen. In principe worden geen controlebezoeken uitgevoerd. Voor nazorglocaties waar de verontreiniging is afgedekt met een laag schone grond en er geen sprake is van monitoring, betekent dit dat niet actief wordt toegezien op de instandhouding hiervan.

De toetsing van nazorgplannen is daarentegen vrij goed op orde en navolgbaar. De provincie Utrecht heeft ook een goed overzicht van de nazorglocaties, maar de achterliggende informatie is moeilijk toegankelijk en kenmerken over de actuele verontreinigingssituatie zijn niet altijd volledig geregistreerd. Ook bleek bij de door de Rekenkamer onderzochte dossiers, dat een aantal nazorglocaties niet stond ingeschreven bij het Kadaster. De Rekenkamer heeft de provincie dan ook aanbevolen om meer actief te communiceren, bijvoorbeeld door informatie over nazorglocaties publiek toegankelijk te maken, zodat perceeleigenaren en gebruikers goed op de hoogte zijn van de beperkingen.

Aanleiding onderzoek
Na een bodemsanering blijft vaak nog een restverontreiniging achter in de bodem. Wanneer dit een ernstige verontreiniging is, hebben GS de wettelijke taak een beschikking af te geven op het nazorgplan en toe te zien op een goede uitvoering van de afgesproken nazorg. Uit oriënterende gesprekken die de Rekenkamer voerde met o.a. de ambtelijke organisaties en bodemexperts bleek dat er bij provincies weinig aandacht is voor de nazorgfase. Voor de Randstedelijke Rekenkamer was dit een reden om dit onderwerp onder de loep te nemen.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op 25 maart 2013 zal het rapport worden behandeld in de commissie Milieu, Mobiliteit en Economie van Provinciale Staten Utrecht.


NB Naarmate de datum waarop dit bericht gepubliceerd is verder in het verleden ligt, neemt de actualiteitswaarde af. Ook kan het bericht ingehaald zijn door de nieuwe actualiteit. Raadpleeg indien nodig ook andere bronnen.